Leidschendam-Voorburg doet voorstellen voor verbetering landelijk gebied
In het landelijk gebied liggen opgaven op het vlak van natuur, water, stikstof en klimaat. De provincie Zuid-Holland vroeg verschillende partijen, zoals natuur- en landbouworganisaties, boeren, landeigenaren, waterschappen en gemeenten, om in 16 deelgebieden voorstellen te maken voor maatregelen om deze gebieden toekomstbestendig te maken. Gemeente Leidschendam-Voorburg droeg bij via deelgebied Duin, Horst en Weide en deelgebied Groene Hart Noord. Afhankelijk van financiering vanuit de provincie en het Rijk zijn deze maatregelen te realiseren.
De gemeente heeft de gebiedsplannen gevuld op basis van bestaand beleid (zoals Uitvoeringsprogramma Duin, Horst en Weide), de bouwstenen voor de Omgevingsvisie en actuele projectontwikkelingen. Ze wil onder andere in het hele gebied inzetten op groenblauwe dooradering (een netwerk van groen en water) met heggen, natuurlijke oevers en bloemrijke bermen, ondersteuning voor eigen erfmaatregelen door boeren, en op de gebiedsontwikkeling van Leidschendammerhout. De eerder uitgevoerde keukentafelgesprekken met een groot deel van de melkveehouders vormen een belangrijke basis voor het gebiedsplan van Groene Hart Noord.
Wethouder Marcel Belt: “Onze gemeente heeft een groot buitengebied dat we willen klaarmaken voor de toekomst. Samen met de regionale partners werken we aan plannen die zorgen voor verbetering van natuur, water, stikstof en klimaat. En waar duurzame landbouw mogelijk blijft. Zo houden we ons buitengebied leefbaar en sterk voor de komende jaren en werken we aan biodiversiteitherstel en water- en luchtkwaliteitverbetering.”
Volgende stappen
De gebiedsplannen zijn een eerste opbrengst. Het pakket aan initiatieven richt zich op wat er op kortere termijn opgestart kan worden en haalbaar wordt geacht en moet gezien worden als een bod aan de provincie. Een verdere doorontwikkeling van de plannen zal nodig zijn. De provincie gaat komende maanden na in welke mate deze plannen bijdragen aan (landelijke) doelen voor natuur, water, stikstof en klimaat, zodat bijvoorbeeld stikstofruimte ontstaat of de achteruitgang van de biodiversiteit wordt omgekeerd. Er kan pas besloten worden over uitvoering van de plannen als de reactie van de provincie ontvangen is en bekend is voor welke delen van het plan de provincie geld en capaciteit beschikbaar stelt.
